De 100 meest gestelde vragen bij bedrijfsoverdracht, vraag 55 van 100

Na behandeling van de discounted cash flow methode en de rentabiliteitswaarde methode wordt in dit blogbericht de intrinsieke waarde methode uitgebreid toegelicht.

Eerst de theorie:
De intrinsieke waarde is het reële eigen vermogen, als het saldo van de werkelijke waarde van de afzonderlijke activa en passiva.

De intrinsieke waarde zoals opgenomen in de jaarrekening is meestal niet rechtstreeks te hanteren. Dat komt omdat de toegepaste waarderingsregels uitgaan van historisch kostenprincipe waardoor geen rekening wordt gehouden met de economische (markt)waarde.
Ten tweede heeft de fiscale wetgeving een belangrijke invloed op de waardering van de activa in de jaarrekening. Beide vertekeningen leiden ertoe dat de bepaling van de intrinsieke waarde enkel en alleen toegepast kan worden na de nodige correcties.

Onder de nodige correcties wordt veelal de herwaardering aangemerkt. De herwaardering houdt in dat het actief boekhoudkundig een lagere waarde vertegenwoordigt dan de actuele waarde, waardoor er ophoging van de boekhoudkundige waarde dient plaats te vinden. Doordat deze ophoging zorgt voor een hogere afschrijving die fiscaal niet gebruikt kan worden, dient ten tijde van de herwaardering een voorziening gevormd worden. De herwaardering wordt dus niet voor de volle 100% meegenomen, maar voor het netto-gedeelte, dus de totale herwaardering minus de belastinglatentie.

Dan de praktijk:

  • Op basis van taxatierapporten – met als grondslag waarde in het economisch verkeer of going concern waarde – kan de meerwaarde (herwaardering) van materiele activa van bijvoorbeeld machines of onroerend goed vastgesteld worden
  • De waarde van immateriële activa (knowhow, R&D, goodwill, octrooien) wordt doorgaans niet meegenomen, deze elementen zijn moeilijk te traceren en te waarderen bij MKB-bedrijven
  • Voorzieningen die fiscaal van aard zijn (ophogen garantievoorziening waardoor het resultaat gedrukt kan worden terwijl nimmer aanspraak op deze voorziening wordt gemaakt) kunnen vrijvallen ten gunste van het eigen vermogen
  • Herwaardering van passiva vindt plaats indien de bestaande financiering tegen gunstigere voorwaarden is afgesloten dan ten tijde van de herwaardering mogelijk is

Er wordt dus niet gekeken naar de exploitatie en rendement van de organisatie, enkel naar de meerwaarde van de afzonderlijke activa en passiva op een bepaald moment. Dat is ook direct het grote nadeel van deze methode.

Toch wordt deze methode toegepast, veelal bij kapitaalintensieve bedrijven met een relatief lage winst en dito cashflow. Of bij bedrijven waarbij het toekomstperspectief er minder goed uitziet dan in de huidige situatie.