Interessant te lezen dat de banken dusdanig veel geld hebben om er vervolgens niets mee te doen…? De banken bevestigen vervolgens zelf ook dat het verstrekken van financieringen stap 2 is die nog gezet moet worden. Dus wat gaat het worden? Verstrekken aan MKB-bedrijven of terugstorten naar de ECB? Met onnodig geld in kas houden, schiet niemand iets op.

ING Bank, ABN Amro en NIBC hebben samen €10 mrd aan goedkoop geld van de Europese Centrale Bank aangetrokken om weer door te lenen aan Nederlandse bedrijven en consumenten. Dat geld vindt tot nu toe hortend en stotend zijn doel. De kredietgroei aan het bedrijfsleven blijft op zijn best stabiel, zo blijkt uit de jongste kwartaalcijfers van deze banken.

Om groei te stimuleren en de inflatie aan te wakkeren, pompt de Europese Centrale Bank op grote schaal geld in de economie. Een van zijn programma’s — het zogeheten Long Term Refinancing Operations (LTRO) — is gericht op extra bankkrediet voor het bedrijfsleven.

De ECB is in september begonnen met het verstrekken van goedkoop geld aan de banken en er zijn inmiddels twee rondes achter de rug. In totaal pompt de bank der banken uit Frankfurt €409 mrd in het financiële systeem. Uiterlijk september 2018 moeten de banken de leningen weer hebben terugbetaald aan Frankfurt.

De gedachte is dat als banken goedkoper kunnen lenen bij de ECB, zij dit voordeel zullen doorsluizen naar kredietvragende bedrijven en consumenten. Bedrijven zullen vervolgens meer investeren, zo hopen de monetaire beleidsmakers in Frankfurt, waardoor de economie weer serieus gaat groeien en de werkloosheid daalt.

‘Volgens ING komt de goedkope funding van de ECB vooral terecht bij grote bedrijven’

ING heeft €5,7 mrd goedkope funding aangetrokken onder het LTRO-programma en staatsbank ABN Amro €4,0 mrd, zo blijkt uit gegevens van beide banken. Rabobank laat weten niet mee te doen aan het programma. Bij de Haagse bank NIBC staat de teller op €241 mln. ING zegt €600 mln weer te hebben uitgezet dan wel te hebben gereserveerd voor bedrijfsleningen, groot en klein.

ING gunt Nederlandse bedrijven een half procentpunt korting op hun lening. ABN Amro versleutelt de korting daarentegen in de afsluitprovisie van 1% op bedrijfskredieten. Volgens ABN Amro ligt het zwaartepunt van de verleende korting op het Nederlandse mkb, al kunnen ook buitenlandse bedrijven onder voorwaarden in aanmerking komen voor goedkoper krediet.

Mkb
Ondanks dat de Nederlandse economie aantrekt, leidt dat tot nu toe nog niet over de volle breedte tot een toename van zakelijke kredietverlening. Bij ABN Amro komen er bijvoorbeeld vanuit het mkb weer wat meer kredietaanvragen, maar groeit het leningenboek vooralsnog niet. Daarvoor is verdere economische groei nodig. ‘Het ECB-geld zal er niet voor zorgen dat de kredietvraag enorm toeneemt, maar het is wel een goed duwtje in de rug’, aldus ABN Amro.

Bij ING groeit de kredietstroom aan het mkb nog niet echt, zo vertelde topman Ralph Hamers maandag aan aandeelhouders van ING. Als lichtpuntje noemde hij dat de voortdurende kredietkrimp van de voorbije kwartalen wel is gestopt. Volgens een woordvoerder van de bank komt de goedkope ECB0-funding vooral terecht bij grotere bedrijven. NIBC zegt wel een groeiende behoefte aan kredietverstrekkingen voor het middenbedrijf te signaleren.

Verschillend
Banken gaan verschillend om met het programma, weet financieringsconsultant Joost Clijsen van ICC. Dit adviesbureau bemiddelt tussen banken en middelgrote bedrijven (jaaromzet vanaf €40 mln) voor financieringen vanaf pakweg €10 mln.

‘ING biedt krediet aan met een korting op de rentemarge’, vertelt Clijsen. ‘Als bedrijven 2% rentemarge betalen op dit soort financiering van tussen drie en vijf jaar looptijd. Met deze regeling gaat daar een half procentpunt rente af.’

ABN Amro doet het anders. De staatsbank rekent een lagere afsluitprovisie, zegt Clijsen. ‘Afhankelijk van de omvang van de financiering betalen ABN Amro klanten maximaal 1% afsluitprovisie. De bank brengt die 0,5% leenkorting daarop in mindering.’

Rentevoordeel
Dit verschil in aanpak tussen ING en ABN Amro is geen lood om oud ijzer. Bij ABN Amro pakt de klant het rentevoordeel ineens. Bij ING is het een behoorlijke korting op de renteopslag en die ontvang je gedurende de gehele looptijd. ‘ABN Amro zal ongetwijfeld betwisten wat ik nu zeg’, zegt Clijsen, ‘maar die afsluitprovisie is niet zo hard als het percentage dat er geschreven staat. Wij merken vaak dat zo’n afsluitprovisie heus wel bespreekbaar is, dus los van de korting die nu geldt op het LTRO programma. Zo’n rentemargeafspraak ligt harder vast’.

Rabobank neemt niet deel aan het LTRO-programma, zo bevestigt de bank desgevraagd. Volgens Clijsen, heeft Rabo tegen zijn bureau gezegd het programma niet nodig te hebben omdat de bank naar eigen zeggen over voldoende liquiditeit beschikt.

Beter vermarkten
Zijn banken druk aan het promoten dat ze goedkoper kunnen lenen van de ECB? ‘Het loopt niet storm’, antwoordt Clijsen. ‘ING en ABN Amro komen met een goede propositie maar die mogen ze wat mij betreft best iets beter vermarkten. Het is een extra stimulering. In onze beleving moet eerst de leencasus van een kredietaanvrager goed zijn. Al die staatsgegarandeerde programma’s klinken leuk maar daardoor kleurt de situatie niet plotseling van zwart naar wit. Dit soort programma’s zijn heel nuttig om de situatie van lichtgrijs naar wit te krijgen. Uiteindelijk gaat het erom dat de bank voldoende vertrouwen in de ondernemer krijgt om te willen financieren.’

Onderhandelen
Volgens Hugo Van Wijk van adviesbureau Vallstein is het voor bedrijven die qua omvang tussen het mkb en de hele grote bedrijven vallen wel wat makkelijker geworden om krediet te krijgen. Dat heeft echter niet zoveel te maken met de geldsluis van de ECB. ‘Uiteindelijk komt dat omdat de economische resultaten en de vooruitzichten wat beter zijn. Zeker met een goede voorbereiding en een goede case kan er weer vrij goed onderhandeld worden. Het te behalen voordeel zit voor nu eerder in de omvang van de lening, de looptijd en de voorwaarden dan lagere prijzen. Ik verwacht dat dat nog gaat komen.’

Bronvermelding: donderdag 14 mei 2015, Ivo Bökkerink, Leon Willems, www.fd.nl.